Voeding en slapen

0-6 maanden: Vaak wakker voor voeding

In de eerste maanden kan de slaap van een kindje vaak onderbroken worden door een voedingsmoment. Ze hebben een kleine maag en verteren de voeding snel, waardoor de meeste om de paar uur gevoed willen worden, zowel overdag als ’s nachts. Dit is volkomen normaal en maakt deel uit van de groei. Een kindje dat borstvoeding krijgt kan vaker wakker worden omdat moedermelk sneller wordt verteerd dan flesvoeding.

 

Tips: 

• Probeer een rustige omgeving te creëren tijdens nachtvoedingen, met weinig licht en weinig tot geen interactie. Dit helpt je kindje om voldoende moe te blijven en voorkomt de verwarring tussen dag en nacht. 
• Je kindje heeft voldoende voeding gehad als hij of zij tevreden gaat slapen en voldoende poep- en plasluiers heeft. Bij borstvoeding laten sommige kindjes de borst zelfs los als ze verzadigd zijn. 
• Vanuit het consultatiebureau zal je rond de 4 maanden het advies krijgen te starten met oefenhapjes. Echter is het advies vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef pas te starten bij 6 maanden. De darmen zijn nog niet rijp genoeg en kunnen hierdoor de vaste voeding niet goed verwerken. Als darmkrampjes dus weer opspelen na het geven van vaste voeding bij 4 maanden, kan het helpen te wachten tot je kindje wat ouder is. 

6-12 maanden: Overgang vaste voeding

Vanaf ongeveer 6 maanden begint een kindje naast borst- of flesvoeding ook aan vaste voeding. Dit biedt meer langdurige verzadiging, wat ervoor kan zorgen dat je kindje ’s nachts langer kan slapen. Sommige kinderen zullen steeds minder nachtvoedingen nodig hebben naarmate ze meer vaste voeding krijgen.

Tips:

• Introduceer geleidelijk vaste voeding, maar borst- en/of flesvoeding blijven het eerste jaar de belangrijkste voedingsbron. Dit zorgt ervoor dat je kind genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt om goed te kunnen ontwikkelen en slapen.
• Let op tekenen van honger of verzadiging. Een te volle of te lege maag kan leiden tot een onrustige nacht. 

1-2 jaar: Voedingspatronen

Op deze leeftijd begint het voedingspatroon van een kindje stabieler te worden. Vaak krijgt een kindje drie maaltijden per dag en nog wat tussendoortjes. Als de voeding in balans is, heeft dit een positief effect op de slaap en is er dus een grote kans dat je kindje ’s nachts niet wakker wordt voor voeding.

Tips:

• Zorg voor regelmatige maaltijden met een goede balans van eiwitten, koolhydraten en gezonde vetten. Je kan hierbij denken aan yoghurt, volkoren brood, avocado, pasta en kipfilet.  
• Vermijd zware maaltijden vlak voor het slapen gaan, zoals een vet vleesgerecht of een gerecht met veel suikers. Hoewel een kindje een snellere spijsvertering heeft, kan het toch zorgen voor ongemak, wat vervolgens weer effect kan hebben op de slaap.

2-4 jaar: Slim eten voor het slapen 

In deze fase beginnen kinderen een sterkere voorkeur voor bepaalde voeding te ontwikkelen en worden ze soms kieskeuriger. Hoewel hun voedingsbehoefte per dag kan verschillen, is het belangrijk dat ze over de dag voldoende binnen krijgen. Goede voeding helpt hen om energie te hebben voor hun activiteiten en draagt bij aan een betere slaap.

Tips voor voeding en slaap:

• Zorg ervoor dat de avondmaaltijd licht en voedzaam is. Zware maaltijden vlak voor het slapen kunnen de slaap verstoren.
• Geef je kindje een lichte, gezonde snack als ze honger hebben voor het slapen gaan, zoals een stukje fruit of yoghurt. Dit voorkomt dat ze hongerig naar bed gaan en ’s nachts wakker worden.
• Het tijdstip van voeding is ook belangrijk. Maaltijden die te dicht bij bedtijd worden gegeven, kunnen leiden tot problemen met in slaap vallen. Daarom is het een goed idee om het avondeten minstens 1-2 uur voor het slapen aan te bieden en lichte snacks te kiezen als je kindje tussendoor hongerig is.

Conclusie

Voeding en slaap zijn nauw met elkaar verbonden. Door te zorgen voor een gebalanceerd voedingspatroon en regelmatige voedingsmomenten, kun je bijdragen aan betere slaap. Let op de signalen van je kindje, en zorg voor een rustige omgeving tijdens zowel voeding als bedtijd, zodat ze goed gevoed en uitgerust kunnen groeien.